Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die daar zeggen [31]tot de zieners: [32]Ziet niet; en tot [33]de schouwers: Schouwt ons niet, wat recht is; [34]spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons [35]bedriegerijen. 31. Dat is, tot de profeten. Zie 1 Sam.9:9. 32. Dat is, profeteert niet, alsof zij zeiden: Ofschoon u God iets openbaart, zo verkondigt het niet, maar verzwijgt het, alsof gij het niet gezien noch gehoord hadt. 33. Of, bezichtigers, dat is profeten. 34. Alsof zij zeiden: Maar predikt ons wat lieflijk en aangenaam is. 35. Of, bespottingen.